Wat is rouw na overlijden?
Rouw is de manier waarop je reageert wanneer iemand die belangrijk voor je is overlijdt. Het is de pijn en het gemis dat je voelt, maar ook de zoektocht naar hoe je verder moet zonder die persoon.
Wat je kunt ervaren bij rouw
-
Emoties: verdriet, boosheid, schuldgevoel, een gevoel van leegte of juist ongeloof (“het kan niet waar zijn”).
-
Lichamelijke reacties: slecht slapen, moe zijn, hoofdpijn, een brok in je keel of weinig eetlust.
-
Gedachten: steeds aan de overledene denken, vragen hebben als “waarom moest dit gebeuren?”, of moeite hebben om je te concentreren.
-
Gedrag: terugtrekken, juist veel afleiding zoeken, vaak huilen of juist helemaal niet kunnen huilen.
Hoe verloopt rouw?
-
Rouw gaat niet in een rechte lijn en ook niet in vaste fases.
-
Soms voel je je even beter, en dan ineens komt het verdriet weer hard terug.
-
Het kan weken, maanden of jaren duren voordat het verlies wat “lichter” aanvoelt.
-
Rouwen betekent leren leven met het gemis – de pijn wordt vaak minder scherp, maar de overledene blijft een plek in je leven houden.
Belangrijk om te weten
-
Er is geen goede of foute manier van rouwen. Iedereen doet het op zijn of haar eigen manier.
-
Het helpt vaak om erover te praten, herinneringen te delen of rituelen te hebben (bijvoorbeeld een foto neerzetten, een kaarsje branden, of langs het graf gaan).
-
Steun van anderen kan belangrijk zijn, maar soms voelt het ook alsof niemand écht begrijpt wat je doormaakt. Dat is normaal.

Hoe kinderen rouwen..
-
Kinderen snappen de dood anders dan volwassenen, afhankelijk van hun leeftijd.
-
Jonge kinderen (tot ongeveer 6 jaar) begrijpen vaak nog niet dat de dood blijvend is. Ze kunnen denken dat iemand terugkomt.
-
Basisschoolkinderen beginnen te beseffen dat dood voor altijd is, maar kunnen moeite hebben om dat helemaal te bevatten.
-
Tieners begrijpen de dood net als volwassenen, maar hebben soms moeite om hun emoties te uiten.
-
-
Kinderen wisselen emoties snel af. Het ene moment zijn ze heel verdrietig, en vijf minuten later spelen ze alsof er niets aan de hand is. Dat is normaal: hun brein kan het verdriet nog maar kort “aan”.
-
Kinderen rouwen in stukjes. In plaats van continu verdrietig te zijn, pakken ze het verlies af en toe beet en leggen het daarna weer weg.
Wat kinderen kunnen voelen of doen
-
Verdriet, boosheid of angst (“wie gaat er nog meer dood?”).
-
Lichamelijke klachten, zoals buikpijn of hoofdpijn.
-
Terugval in gedrag: bedplassen, driftbuien, meer huilen.
-
Zich schuldig voelen (“had ik iets anders moeten doen?”).
-
Sterk verlangen naar degene die overleden is.
Wat helpt bij kinderen
-
Eerlijk en duidelijk zijn. Gebruik woorden als “dood” en “overleden” in plaats van “gaan slapen” of “op reis”, omdat dat verwarrend kan zijn.
-
Ruimte geven voor vragen. Kinderen stellen vaak dezelfde vraag meerdere keren om het beter te begrijpen.
-
Rituelen. Betrek ze bij afscheid nemen, een tekening maken, een kaarsje branden, of samen herinneringen ophalen.
-
Structuur en veiligheid. Kinderen hebben houvast nodig in hun dagelijkse ritme, zeker in een onzekere tijd.
-
Geef het goede voorbeeld. Laat zien dat het oké is om verdrietig te zijn, maar ook dat er ruimte is voor plezier.
Wilt u meer informatie over hoe om te gaan met het verlies van uw dierbare?